-
1 imposing closure
uitgaansverbod opleggen -
2 gate
n. hek, poort; ingang; aantal toeschouwers (bij uitvoering, enz); (op vliegveld) benummerde ingang waardoor reizigers in vliegtuig arriveren en waardoor ze komen als ze het vliegtuig verlatengate1[ geet] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 poort(je) ⇒ deur, hek; ingang; 〈 vaak meervoud〉 afsluitboom, slagboom; 〈 vaak meervoud〉 sluis(deur), schuif; uitgang 〈 op luchthaven〉, perron♦voorbeelden:→ pearly pearly/————————gate2〈 werkwoord〉 -
3 imposed a curfew
een uitgaansverbod opleggen -
4 imposing a curfew
een uitgaansverbod opleggen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский